Het einde van de leiderschapsrol van Amerika in de wereld
De keizer verlaat zijn troon; wat doen de koningen? En wie
onderhoudt de tuin?
Het einde van de leiderschapsrol van Amerika in de wereld:
drie boeken
Huibert de Man, maart 2019
Met Trump in het Witte Huis nemen de Verenigde Staten
versneld afscheid van hun leidende rol in de wereld: kampioen van de
vrijhandel, hoeder van parlementaire democratie en mensenrechten, wereldpolitie
en bewaker van het internationaal recht. Al onder voorgaande presidenten was
deze terugtrekkende beweging zichtbaar, maar vooral onder Trump werd het einde
van de rol duidelijk die de Verenigde Staten sinds de Tweede Wereldoorlog had
gespeeld. Deze ontwikkeling vindt plaats te midden van wereldwijde geopolitieke
verschuivingen. De opkomst van China als wereldmacht en het optreden van het
Rusland van Poetin baren landen zorgen die meer dan een halve eeuw op het
leiderschap van Amerika rekenden. De veiligheidsconferentie in München van
afgelopen februari liet deze ongerustheid zien (zie verwijzing bij literatuur).
Er zijn inmiddels vele publicaties verschenen over het thema
van het zich terugtrekkende Amerika en het Westen dat haar leidende rol
verliest. Over twee boeken, met volledig verschillende invalshoeken, maak ik
hier een aantal opmerkingen. Het eerste boek, van Daalder en Lindsay (2018),
kijkt heel direct naar het opereren van de Amerikaanse regering onder leiding
van Trump. Het boek presenteert het beeld van een lege troon voor de weigering
om een leidende rol te blijven spelen. Een vergelijkbare metafoor gebruikt de
Joods-Franse filosoof Lévy, die in een brede filosofische reflectie op de crisis
van de westerse beschaving het beeld gebruikt van een ten onder gaand
keizerrijk. Naar aanleiding van gebeurtenissen rondom de Koerden in Irak, en
geïnspireerd door Bijbelse verhalen, ontwikkelt hij het beeld van vijf koninkrijken
die het keizerrijk bedreigen als het Westen het laat afweten. Het gaat om vijf
landen zonder democratische idealen: Iran, Turkije, Rusland, Saoedi-Arabië en
China.
Heel verschillende boeken en een vergelijkbare boodschap:
als Amerika het laat afweten, dan is de internationale liberale orde in gevaar.
Daalder en Lindsay laten in een gedetailleerde analyse van het optreden van
Trump zien, hoe hij stap voor stap deze orde afbreekt. Hij luistert niet naar
zijn adviseurs en ontdoet zich van wie zich in zijn omgeving kritisch opstelt.
Zijn conclusie staat bij voorbaat vast: multilaterale verdragen kosten geld en
leveren niets op; vrijhandel is slecht voor Amerika. En hij steekt zijn
bewondering voor autoritaire leiders niet onder stoelen of banken. Dit verhaal
is in hoofdlijnen bekend voor wie het internationale nieuws regelmatig volgt.
Door de nauwgezette weergave in dit boek wordt het relaas echter des te meer
ontluisterend: een snelle afbraak van een internationale orde, die in
tientallen jaren is opgebouwd zonder rationele onderbouwing of oog voor de
effecten. Trump, die zichzelf graag als ‘dealmaker’ ziet, bleek in de praktijk
vooral een effectieve ‘deal breaker’.
Van bilaterale afspraken komt weinig terecht en het effect van de aanpak
is vooral dat de Verenigde Staten steeds meer alleen komen te staan.
Hoe is deze verzwakking van Amerika, paradoxaal onder het
motto ‘let’s make America great again’ mogelijk? In het boek van Daalder e Lindsay ligt de
nadruk vooral op Trump zelf: zijn gebrek aan kennis en ervaring in
internationale politiek en de ineffectiviteit van zijn handelen. Weinig
aandacht is er dit boek voor de context die de president kennelijk de
mogelijkheid geeft om zo te handelen en voldoende steun te verwerven voor een
een volstrekt ineffectief internationaal optreden. Daarvoor zou aandacht voor
het populisme en de beperkte betekenis van feiten in de politieke discussie (de
rol van nepnieuws) nodig zijn geweest. Maar deze interne analyse krijgt weinig
aandacht. Voor Daalder en Lindsay is het nog steeds mogelijk dat Amerika zijn
leidersrol herstelt, zeker omdat andere landen, bijv. in Europa, deze rol nog
steeds willen ondersteunen.
Dit optimisme wordt niet gedeeld door auteurs die Trump niet
als een oorzaak, maar als een symptoom van de crisis zien. Dat geldt zeker voor
Bernard-Henri Lévy, die de nadruk legt op een beschavingsprobleem. Hij benadert
als filosoof de geschiedenis als product van de menselijk geest en put in zijn
interpretatie uit de gehele geschiedenis van de Europese filosofie, van Plato
tot Kant en Hegel, van Rousseau tot Nietzsche, Foucault en postmoderne Franse
filosofen, van wie hij (kennelijk) aanneemt dat de lezer met hun werk vertrouwd
is. Daarnaast laat de auteur zich inspireren door religieuze geschriften uit de
Joodse traditie, zoals de Thora, die de lezer ook geacht wordt te kennen.
Voor Lévy ligt de basis van het westerse ‘imperium’ in twee verhalen
die ons vanuit onze Griekse en Joodse wortels vergezellen. Het eerste is het
verhaal van Vergilius over de oorsprong van de beschaving in Troje. Deze
beschaving is steeds verder naar het Westen gegaan totdat zij Amerika bereikte.
Het tweede verhaal is dat van Jerusalem: de hoop van de stichters van Amerika
om daar een tweede Jerusalem te vinden. Op deze twee verhalen, waartussen de
nodige spanning bestaat, berust het imperium. Deze beschaving gericht op vooruitgang,
vrijheid en menselijkheid dreigt in onze tijd haar energie en
overtuigingskracht kwijt te raken. Lévy geeft een scherpe analyse van de manier
waarop communicatie via internet voorstellingen van waarheid heeft ondermijnd
en vervangen heeft door aantallen ‘likes’.
Zo ontstaat een geestelijke leegte die het Westen zijn rol ontneemt als
voorvechter van vrijheid en waarheid. Dit op zijn beurt schept ruimte voor
populistische politici die behendig de emoties van mensen bespelen, maar de
waarden die het Westen vertegenwoordigde, niet serieus nemen. Als op die manier
het ‘keizerrijk’ van het Westen verzwakt, zijn er koningen die het vacuüm
willen vullen. Lévy illustreert dit met de rol die een aantal autoritair
geleide landen spelen in conflicten in het Midden-Oosten. Hij gelooft overigens
niet dat zij echt in staat zijn om de rol van het Westen over te nemen, omdat
ze een eigen overtuigend verhaal missen; ze bieden vooral nostalgie naar een
groots verleden (bijv. het Ottomaanse rijk, de Chinese keizertijd). Overigens
lijkt Lévy weinig kennis van ‘koninkrijken’ als China en Turkije te bezitten,
behalve dat zij de westerse opvattingen over waarheid, democratie en vrijheid
niet delen. Hij benadert deze andere landen vanuit zijn eigen wortels in de Europese en joodse filosofie. Ondanks zijn
pessimisme ziet Lévy geen determinisme van het ineenstorten van het Westen. Ook
hij pleit voor herstel van waarden en van het eigen verhaal van de westerse
beschaving.
Evenmin als Lévy ziet de politieke wetenschapper Kagan de
oorzaak van de verzwakking van het Westen in het handelen van Trump. Het
optreden van deze president past in een ontwikkeling die al langer gaande was,
waarin de bereidheid om de sinds de tweede wereldoorlog opgebouwde wereldorde
actief (militair, politiek en economisch) te ondersteunen verminderde. Deze
liberale wereldorde, waarin democratie en vrijheid binnen landen samenging met
vrijhandel tussen landen en het einde van traditionele geopolitiek, was volgens
Kagan geen natuurlijke of noodzakelijke ontwikkeling. Er is geen ‘einde van de
geschiedenis’ (Fukuyama) waarin de gehele wereld het liberale model deelt.
Integendeel, de liberale orde die sinds de tweede wereldoorlog heeft bestaan en
die (volgens Kagan) de basis vormde van de mondiale groei van de welvaart, is
een resultaat van actieve inspanning geweest onder leiding van de Verenigde
Staten. En zonder voortdurend onderhoud zal de wereld terugvallen naar een
‘natuurlijke’ situatie van nationalisme, sterke leiders en geopolitiek. Dit
pessimistische mensbeeld inspireert de metafoor van het boek: het onkruid
groeit terug als je de tuin niet onderhoudt. Kagan legt in dit verhaal niet de
nadruk op de Koude Oorlog tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie , maar
op de manier waarop er een orde is ontstaan waarin rivaliteiten en conflicten
tussen landen zich niet opnieuw konden ontwikkelen door de sterke rol van de
Verenigde Staten. Duitsland en Japan groeiden uit tot sterke economieën, zonder
dat andere landen zich bedreigd hoefden te voelen. Geopolitiek werd vervangen
door geo-economie. De militaire aanwezigheid van de Verenigde Staten buiten het
eigen grondgebied en de vorming van bondgenootschappen (economisch en militair:
bijv. NAVO en EU) waren essentieel voor het ontstaan van een geliberaliseerde
wereldeconomie. Kagan ziet echter het onkruid teruggroeien, nu de tuinman niet
meer bereid lijkt om het onderhoud te doen. Onder Obama noch onder Trump is er
in Amerika veel draagvlak voor het noodzakelijke onderhoud van de wereldorde;
in Europa wint het populisme en staat de democratie onder druk. Rusland,
Turkije en China vertegenwoordigen andere modellen dan de liberale democratie.
Kagan zou graag zien dat de Verenigde Staten hun rol weer
serieus gaan nemen, nu het nog kan. Uit puur eigenbelang zou het land dat
moeten doen; daarvoor draagt het boek de argumenten aan. Kagan appelleert aan
de rationaliteit van regeringen, die moeten inzien dat de kosten van een gebrek
aan onderhoud van de internationale orde onmetelijk groot kunnen zijn. Als
lezer kun je je wel afvragen wie in de huidige omstandigheden in staat is zijn
adviezen in handelen om te zetten.
Drie totaal verschillende boeken over het thema van de teloorgang
van de ‘pax americana’. Ze hebben gemeenschappelijk dat zij uiting zijn van de
teleurstelling in dit einde van de Verenigde Staten als hoeder van de liberale
orde in het licht van de kans die daarmee niet-liberale en autoritaire systemen
van bestuur krijgen. Op een verschillende manier zijn de drie auteurs alle drie
conservatief: angst voor het einde van een manier van denken en leven staat
voorop. Daalder en Lindsay verlangen terug naar een tijd waarin de leiding van
de Verenigde Staten in handen was van mensen die hun buitenlandse strategie op
kennis en rationele argumenten wilden baseren. Lévy gruwt van het verlies van
Europese opvattingen over waarheid, vrijheid en menselijkheid in een door
internet gedomineerde samenleving. Kagan kijkt terug op de ongelofelijke
prestatie van de Verenigde Staten om met bondgenoten een wereld te creëren
waarin handel en welvaart konden groeien, terwijl militaire conflicten beperkt
en beheerst konden worden.
Wat hebben de boeken ons te bieden als het om de toekomst gaat?
Daalder en Lindsay blijven teveel gevangen in de beschrijving van wat er in en
rond het Witte Huis gebeurt om een perspectief op de wereld te ontwikkelen.
Lévy levert vooral intelligent filosofisch commentaar op wat hij ziet, maar
zijn blik is die van een Europese intellectueel die zich niet echt heeft
verdiept in wat er in landen als China gebeurt. Kagan doet, zoals gezegd, een
oproep aan het Westen om het verstand te gebruiken en weer in de wereldorde te gaan
investeren, maar ook dat is een oproep om het verleden te herstellen. Met alle
interessante vragen die deze boeken oproepen, leveren ze weinig perspectief op
voor wie de toekomstige wereldorde wil helpen ontwerpen. Daarvoor zou je je
moeten richten op wat buiten de vertrouwde kaders valt, je zou je het
onvoorstelbare moeten voorstellen. Het gaat immers bij de toekomst van de
internationale verhoudingen om radicale
onzekerheid.
Bronnen
Daalder, Ivo H. And James L. Lindsay (2018), The Empty Throne: America’s Abdication of
Global Leadership. New York: Public Affairs, Hachette Book Group.
Kagan, Robert (2018), The
jungle grows back: America and our imperiled world. New York: Alfred A.
Knopf.
Lévy, Bernard-Henri (2018), L’empire et les cinq rois. Paris: Bernard Grasset. (NB hier bestaat
ook een Engelse uitgave van, verschenen bij Henry Holt &co.)
Voor de veiligheidsconferentie 2019 zie:
Comments
Post a Comment