Waarom Terlouw mij niet overtuigde…


De reacties op het optreden van Jan Terlouw in ‘De Wereld Draait Door’, waren positief tot uitzinnig. Mensen waren onder de indruk, diep geroerd en geraakt. Voor sommigen leek het alsof zij de Messias aanschouwd hadden. Dat is wel heel bijzonder voor iemand uit de rationele liberale traditie. Kennelijk was er behoefte aan een verhaal dat niet alleen het hoofd, maar vooral ook het hart bereikt.

Ik voelde me daarom bijna schuldig over het feit dat het zeven minuten lang durende betoog van de oude politicus mij niet overtuigd had, op sommige punten zelfs geïrriteerd. Het moralisme stond me tegen, de Calvinistische toon deed me teveel aan mijn Christelijke school denken, aan schoolmeesters die goede bedoelingen en Bijbelse leerstellingen combineerden in een positief wereldbeeld. Maar was dat alles, ging het om de toon en de stijl, of was er meer aan de hand?

Ik besloot Terlouw een tweede en derde kans te geven door zijn verhaal nog een keer goed te beluisteren en dan nog een keer. Toen hoorde ik veel dingen waarmee ik het eens was. Dat milieu, klimaat en energie problemen laten zien met rampzalige dimensies, dat lijkt inderdaad het geval. Dat we er nog weinig in slagen om daar echt wat aan te doen, is ook waar. En de oude politicus heeft zeker gelijk in zijn constatering dat het er niet beter op wordt als bevolkingen leiders als Trump kiezen vanuit hun onvrede met de bestaande politiek. Ja, populisme is een probleem dat alles nog lastiger maakt.

Maar waar is de diagnose? Wat kunnen we doen om het populisme te bestrijden? Wat is ervoor nodig om effectieve milieu- en energiepolitiek te bedrijven? Wat kunnen we doen in een wereld waarin oude geopolitieke verhoudingen aan het schuiven zijn, migratiestromen, concurrentie ten aanzien van grondstoffen en strijdige wereldbeelden een explosief mengsel vormen?

In zijn antwoorden toonde Terlouw zich een naïeve utopist, een idealistische ingenieur. De klimaat- en milieuproblemen zijn namelijk heel eenvoudig oplosbaar, meent hij. Technisch en economisch zijn er geen problemen. De oplossingen liggen klaar! Alleen die verdomde politiek zit dwars, want die is gebaseerd op wantrouwen. Als mensen elkaar weer zouden gaan vertrouwen, zo lijkt zijn redenering, dan kunnen we alle problemen aan. En om dit te onderbouwen gaat hij terug naar de tijd waarin mensen elkaar nog vertrouwden. Dat is de tijd van de wederopbouw  in Nederland, toen de touwtjes nog uit de brievenbussen hingen er nog geen wantrouwende burgers waren die achter populisten aan liepen. Toen hadden politici nog ‘moreel gezag’. Naar die tijd wil Terlouw terug, ooit politicus van een partij die ons van de spruitjeslucht van de verzuilde samenleving wilde bevrijden! Ik geloofde mijn oren niet toen ik hem dat hoorde zeggen. Wist hij niet dat onder dat ‘vertrouwen’ ook uitermate knellende gezagsverhoudingen schuilgingen? Dat de touwtjes alleen uit brievenbussen konden hangen omdat de meeste huisvrouwen gedwongen thuis zaten om op kinderen te passen? Dat dit de tijd was waarin het misbruik binnen de katholieke kerk nog veel ruimte kreeg? Was het ‘morele gezag’ van de elite van toen niet eerder een gedweeë en passieve houding van mensen die trouw waren aan hun eigen groep? Gelukkig bestaat deze samenleving niet meer, ook dankzij Van Mierlo en D66. Godzijdank is er wat meer gezond wantrouwen…

Het nostalgische beeld van het verleden in het verhaal van Terlouw klopt dus niet. Maar klopt zijn beeld van het heden? Enige fact-checking kan geen kwaad. Klopt het dat tegenwoordig niemand elkaar meer vertrouwt? Nee, dat is zeker niet waar. In Nederland is het onderling vertrouwen nog steeds groot vergeleken met de rest van de wereld. Ook is het wantrouwen in het bestuur en de politiek lang niet zo slecht als velen denken. Is niet het brede gebrek aan interesse in de politiek niet ook een uiting van het feit dat men het wel prima vindt zoals het gaat? Is het echte probleem niet eerder een gebrek aan echte betrokkenheid van burgers, eerder dan hun wantrouwen in het bestuur? Terlouw noemt terecht de juridificering van de maatschappij als probleem, maar ook daar laat hij zich weinig door feiten hinderen. Het is simpelweg niet waar dat er bij bouwprojecten meer juristen dan ingenieurs werken en dat op dat gebied iedereen elkaar wantrouwt. Dit is een beeld, een schrikbeeld, dat zeker een zorgelijke tendens aangeeft maar geen getrouwe afspiegeling is van de werkelijkheid.

En dat is het probleem wat ik met Terlouw heb: ook bij hem heeft het beeld het gewonnen van de werkelijkheid. Dat het vroeger niet beter was dan nu, schijnt er niet toe te doen. Het is een beeld dat mensen aanspreekt. Dat milieu- en klimaatproblemen onwaarschijnlijk ingewikkeld zijn past niet in een verhaal waarin alles oplosbaar is, maar alleen de politiek dwarsligt. Dat alles goed komt als we elkaar weer vertrouwen, biedt geen enkel praktisch handvat voor handelen, al geeft het wel een hoopgevend beeld. In ons postmoderne tijdperk vinden politiek en media vinden elkaar in de handel in beelden. Het beeld is belangrijker geworden dan de realiteit, zoals de foto van een aangespoeld dood jongetje alles zei over vluchtelingen, al gaf het geen enkel inzicht in de oorzaken van deze situatie. Laat staan over hoe je de problemen kan aanpakken.


Het succes van het optreden van Terlouw lag vooral in de manier waarop hij aansloot bij een behoefte aan emotioneel geladen beelden. Daarin verschilde zijn succes niet van dat van Trump of Wilders. En net als populisten speelde Terlouw goed in op de hekel van mensen aan politiek, door te suggereren dat de grote wereldproblemen eigenlijk heel eenvoudig op te lossen zijn. Ik vind dit persoonlijk een gevaarlijke suggestie.

Comments

Popular posts from this blog

Reflections on Yemeni culture

Hofstede and China: Limitations