Hulpeloos advies in complexe dossiers: cultuuromslag als schijnoplossing
Huibert de Man, november 2014
Vissen in de troebele vijver van de corporaties
In de wereld van de volkshuisvesting zijn verschrikkelijke
dingen gebeurd. Machtige mannen hebben met gemeenschapsgeld vooral hun eigen
ijdelheid en macht gediend, onduidelijke verantwoordelijkheden en wazige
ideologische doelstellingen hebben met steun van financiële garanties van de
overheid een troebele vijver geschapen waar het goed vissen was voor mensen met
een twijfelachtige moraal. Dit valt allemaal te lezen in het rapport van de
parlementaire enquêtecommissie Woningcorporaties (rapport-Van Vliet), dat
onlangs is verschenen. De commissie heeft een grondige analyse gemaakt en
geprobeerd te achterhalen hoe het mogelijk is dat in een aantal corporaties
zaken zo konden ontsporen. Daarbij spaarde de commissie gelukkig ook de
politiek niet, die medeverantwoordelijk is voor het creëren verhoudingen die
ongewenst handelen mogelijk maken of zelfs uitlokken. De naïviteit van de
gedachte van zelfregulering in de sector komt daarbij sterk naar voren. En het
verbaast dus niet dat de aanbevelingen sterk inzetten op regulering: toezicht,
controle, beheersing van prestaties en vorming van een sterke ‘autoriteit’ die
de sector in de gaten moet houden. We zagen deze lijn van denken ook een paar
weken geleden in een ander enquêterapport over ICT in de overheid (rapport-Elias).
Ook hier waren centrale beheersing en de vorming van nieuwe structuren van
toezicht de kern.
Radicale cultuuromslag nodig
Men houdt in beide rapporten echter niet op bij externe
beheersing en toezicht. Zo wordt in de volkshuisvesting de ‘cultuur’ van de
sector als groot probleem benoemd en daar ligt dus ook een belangrijk element
van de oplossing. Er is een ‘cultuuromslag’ nodig:
‘De commissie wil benadrukken dat aanpassing van de regels
of van het toezicht daarop op zichzelf niet voldoende is om de gewenste
verandering in het stelsel te bewerkstelligen. Essentieel is dat de cultuur
binnen de corporatiesector radicaal verandert. Dat vereist een koerswijziging
in het handelen en denken binnen de sector en het denken over de sector.’
Het rapport geeft vervolgens aan wat de waarden zijn die in
de sector de boventoon zouden moeten gaan voeren:
‘(…) dienstverlening, servicegerichtheid, risicoaversie,
financiële discipline, soberheid en transparantie.’
Het gaat hier duidelijk om een spiegelbeeld van een cultuur
die zich bij een aantal corporaties had ontwikkeld en waarin machtsgerichtheid
van de leiding, onverantwoord nemen van risico’s, slordig financieel beheer en
ondoorzichtige verhoudingen normaal waren geworden. Die verkeerde cultuur was
vooral zichtbaar geworden in het onethische gedrag van mensen op belangrijke
leidinggevende posities, die hun ‘morele kompas’ kwijt waren. Het rapport geeft
echter aan dat een ‘moreel kompas’ niet genoeg is. Immers, de gelegenheid maakt
de dief en de aanbevelingen zijn er dan ook op gericht om de context van het
handelen van directeuren, bestuurders en toezichthouders te veranderen. Cultuur
is een belangrijk element van deze context. De aanbevelingen op dit punt zijn
‘- Stimuleer en faciliteer cultuuromslag
- Governance code
uitbreiden op punten van integriteit en gedrag’
Cultuuromslag: een zinnig advies?
‘De benodigde cultuurverandering zal primair vanuit de
sector zelf moeten komen; een cultuurverandering laat zich niet afdwingen.’
Veel verder dan de aanbeveling om de governancecode uit te
breiden met richtlijnen voor behoorlijk bestuur, integriteit en gedrag en het
monitoren van integriteit, komt de commissie niet.
Is het advies ‘stimuleer en faciliteer en cultuuromslag’
eigenlijk wel bruikbaar? Heb je er wat aan? Kun je het in daden omzetten? En hoe weet je of die daden het doel van
cultuurverandering naderbij brengen? De in 2013 overleden organisatiekundige
Chris Argyris formuleerde een aantal eisen aan een goed – dat wil zeggen in
effectief handelen te vertalen – advies opgesteld. Een goed advies
- geeft heel
concreet aan wat je moet doen om het gewenste effect te weeg te brengen
- beschrijft
de keten van oorzaken en gevolgen die een rol spelen
- waarbij
mensen in staat zijn of kunnen leren om die kennis toe te passen
- in een
omgeving die dat niet verhindert.
(Argyris, 2000, p. 8, mijn vertaling).
Dit zijn strenge eisen. Het advies van de enquêtecommissie
woningcorporaties voldoet er duidelijk niet aan. Allereerst geeft het
nauwelijks aan wat je zou moeten doen, behalve codes opstellen en monitoren.
Goedbeschouwd is dit een advies om een uitkomst te realiseren – een andere
cultuur – zonder dat de weg daarheen wordt aangegeven. Het lijkt een beetje op
het advies van een dokter die zijn zieke patiënt aanraadt om gezond te worden.
En voor zover er iets over de middelen gezegd wordt, zoals het opstellen van
codes, blijft een redenering achterwege die aangeeft waarom een code tot ander
gedrag of een andere cultuur zou leiden, al weet de commissie vast wel dat die
effecten vaak heel beperkt zijn. Het derde punt van Argyris is ook interessant:
de aanbeveling tot cultuurverandering wordt neergelegd bij mensen van wie we
uit ervaring weten dat zij niet goed in staat zijn om te doen wat de commissie
van hen vraagt. Het kenmerk van cultuur is immers dat mensen erin gevangen
zijn. Waarom zouden mensen zich als Von Münchhausen opeens uit het moeras
kunnen trekken als een ander dat van hen vraagt? De bestaande omgeving (het
vierde punt) werkt niet mee. En eigenlijk schrijft de commissie dit zelf,
wanneer ze aangeeft weinig in de zelfregulering van de sector te zien. Er is
duidelijk sprake van een dubbele – en dus ineffectieve – boodschap: ‘jullie
kunnen jezelf niet reguleren en nu gaan jullie je eigen cultuur veranderen.
‘ Op basis waarvan opeens dit
vertrouwen?
Iets vergelijkbaars konden we lezen in het verslag van de
enquêtecommissie over ICT en overheid. De cultuur rond ICT bij de overheid is
goed fout en daarom is een mentaliteitsverandering nodig:
‘Tot nu toe zijn de uitkomsten van eerdere ICT-onderzoeken
vooral omgezet in structuurveranderingen, terwijl juist het gedrag en de
werkwijze moeten veranderen bij alle betrokkenen.’ Ook een ‘cultuuromslag’ dus.
Maar dit rapport geeft geen enkele aanwijzing over hoe je deze tot stand zou
kunnen brengen, behalve dan door het optuigen van een nieuw bureau
ICT-toetsing.
En dit zien we ook in andere omgevingen: een terechte
constatering dat bestaande gedragspatronen en denkwijzen nodig zijn, gekoppeld
aan een volstrekt krachteloze en hulpeloze oproep aan het veld tot een
cultuuromslag, waarvan niemand weet hoe die tot het gewenste resultaat zou
moeten leiden. Hoe moeten we dit interpreteren?
Machteloze adviezen
En toch zal de cultuur veranderen
Toch verandert cultuur wel degelijk, want mensen geven
doorlopend betekenis aan wat zij met elkaar doen. De gegroeide cultuur van de
corporaties zal veranderen en dat geldt ook voor de cultuur rondom ICT bij de
overheid. Dit zal echter niet in de eerste plaats gebeuren omdat iemand een
‘cultuuromslag’ ontwerpt, maar omdat omstandigheden, middelen, machtsbronnen en
verhoudingen tussen mensen veranderen. Cultuur is het gestolde geheugen van een
groep mensen, een neerslag van wat ze hebben gedaan en van de betekenissen die
ze daaraan hebben gegeven. Wil je cultuur veranderen, zorg dan voor nieuwe
ervaringen, voor andere patronen van handelen. En daarvoor zul je het spel
moeten veranderen, macht moeten verschuiven, middelen anders verdelen. Dat is
een politiek proces, waarbij mensen in een machtspositie de
verantwoordelijkheid hebben om zelf de eerste stap te zetten naar andere
verhoudingen. Ophouden om van anderen een ‘cultuuromslag’ te eisen is een
eerste signaal om te laten zien dat men deze verantwoordelijkheid serieus
neemt.
Concreet betekent dit bijvoorbeeld dat men zich op het
gebied van de volkshuisvesting zou moeten concentreren op institutionele en
juridische veranderingen die een kader scheppen waarbinnen de sector kan leren
anders te opereren: een andere ‘cultuur’ ontwikkelen als je wilt. Goede
adviezen daarvoor staan al in het rapport-Van Vliet. Vanuit de politiek zal men
daarnaast meer oog moeten hebben voor de gevolgen van het eigen handelen voor
de sector en vooral moet men ophouden om anderen de culturele les te
lezen.
Referenties
Argyris, Chris (2000), Flawed Advice and the Management
Trap: how managers can know when they're getting god advice and when they’re
not. New York: Oxford University Press.
Man, H. De (2009), ‘Cultuur en verandering: beperkingen van
het instrumentele model’, M&O Tijdschrift voor Management en Organisatie.
mei-juni, p. 21-35
Parlementaire enquête Woningcorporaties (commissie onder
leiding van Roland van Vliet) (2014). Den Haag: Tweede Kamer der Staten
Generaal, zittingsjaar 2014-2015
Parlementair onderzoek naar ICT-projecten bij de overheid
(commissie onder leiding van Ton Elias) (2014). Den Haag: Tweede Kamer der
Staten Generaal, zittingsjaar 2014-2015
It is really a helpful blog to find some different source to add my knowledge. I came into aware of new professional blog and I am impressed with suggestions of author.persoonlijke ontwikkeling nederland
ReplyDelete