Chinezen kijken (Chinese-watching)
Bespreking van
Bettine Vriesekoop, Bij de Chinees: Gewoonten en Gebruiken in China, Amsterdam: Thomas Rap, 2006.
Toen Bettine Vriesekoop in 1981 voor het eerst in China kwam om daar van de Chinezen nog beter te leren tafeltennissen dan zij al deed, viel ze van de ene verbazing in de andere. Vaak voelde zij zich er niet op haar gemak en volledig op zichzelf teruggeworpen. Zij had ontdekt dat China een moeilijk land was voor een Hollander, Europeaan, Westerling. Het land bleef haar echter fascineren. Zij ging Chinees studeren, ging er later als correspondent van NRC-Handelsblad zelfs wonen.
In 'Bij de Chinees' laat ze de lezer delen in het inzicht dat zij inmiddels in het gedrag van de Chinezen heeft ontwikkeld. Daarbij combineert ze haar eigen ervaringen van meer dan twintig jaar geleden met haar recente ervaringen, interviews met Nederlandse zakenlieden en inzichten uit de Chinese filosofie. Deze combinatie, luchtig gestructureerd rondom acht thema's - acht omdat dit in China een geluksgetal is - van de Chinese cultuur en acht hoofdstukken van 'De Kunst van het Oorlogvoeren' van Sunzi, biedt de Nederlandse lezer een speelse introductie in de de Chinese cultuur en maatschappij. Daarbij komt heel veel aan de orde van waar iedere Nederlander vroeg of laat tegenaan loopt: de indirecte stijl van communiceren, het belang van ritueel en gezicht, de schijnbare tegenstrijdigheden in het handelen van de mensen en de eigenaardigheden van de taal.
In die zin is het boekje zeker geslaagd: het geeft de lezer alvast de ervaring die hij zelf ook zal krijgen als hij eenmaal met 'de Chinezen' te maken krijgt: de ergernis, de verwarring, de verwondering en heel soms ook de bewondering voor de vreemde cultuur. Daar ligt dan ook meteen de beperking. Het blijft in de meeste passages van het boek de typisch Hollandse waarneming van het vreemde, het exotische dat 'de Chinees' biedt. De Chinees is daarbij de afwijking van de norm en de (Hollandse) norm blijft een vanzelfsprekendheid. Het leuke van interculturele ontmoetingen is echter dat die ook kunnen aanzetten tot verwondering over de eigen cultuur: wat zijn wij Hollanders toch vreemde mensen! Een stap verder is dat je de stereotypen van 'de Hollander' of 'de Chinees' loslaat en toch weer mensen ziet, in plaats van vertegenwoordigers van een cultuur. Dat punt bereikt Bettine in haar boekje helaas bijna nergens. De pagina's staan vol met uitspraken over 'de Chinezen', en dan overwegend met de bijklank van 'die vreemde Chinezen'. De schaarse passages waar Bettine Vriesekoop over die grens heengaat en over concrete Chinezen schrijft met wie zij een relatie heeft opgebouwd, zijn daardoor meteen een stuk interessanter, zoals waar ze over haar trainster Liu schrijft. Dan gaat het boek over mensen in China, niet over 'de Chinees'.
"... uitspraken over 'de Chinezen', en dan overwegend met de bijklank van 'die vreemde Chinezen'. "
ReplyDeleteTsja. Ik heb alleen (deze en andere) recensies gelezen. Dat weerhoudt me niet me af te vragen hoe het komt dat iemand zo lang en intens "anders-culturele" ervaring opdoet en die schijnbaar toch alleen maar als "anders" kan blijven zien. Maar misschien is dat niet aan de hand. 't Kan natuurlijk ook best dat de niet-erg-ervaren publicist Vriesekoop wat onhandig voor generalisaties kiest. Kiest om nabij de belevingswereld van de potentiele lezer te blijven. En daardoor blijft steken op een niveau waar ze niet had hoeven blijven steken. Haar correspondentschap zou ons dat kunnen leren (maar ik lees maar zelden de NRC).
Laten we inderdaad afwachten of mevr. Vriesekoop als correspondent van de NRC groeit naar een hoger niveau...
ReplyDelete